Website van $boomnaam$
Johanna ( Anna) Bouman
Johanna ( Anna) Bouman,
geb. te Renswoude,
ovl. op 23-03-1781 te Huijzen,
begr. op 23-03-1781 te Huijzen; Impost: f 3,-; Grafnr. 91,
, -
Huizen-DTB-7-Grafboek; 23-03-1781: Anna Bouman; bij Graf nr 91 vermeld: Anna Bouman Wed. Mr. Kooij tog Laast van J: Boertgen
-
Huizen-DTB-14-Impost op Begraven; 10-04-1731: Anna Bouman: f 3,-
.

tr. (1) op 17-06-1736 te Huijsen; Impost 01-06-1736: 2x f 3,- = f 6,-
met

Mr. Meeuwis Ebben Kooij, zn. van Ebbe Willemsz Kooij ( Coij) en Jannetien Claes Meeuwissen ( Muijsen),
geb. in 1695 te Huijsen,
Gereformeerde Gemeente,
meester Chirurgijn,
ovl. op 06-06-1759 te Huijzen,
begr. op 06-06-1759 te Huijzen; Impost: f 6,-; Grafnr. 91,
, -
MEEUS / MEEUWS KOOIJ / COOIJ EN KINDEREN
Huizen Koptienden (1730-43 1767-37):
1730-24: erft v. Ebbe Willemsz Kooij 1 Spt 1/8
1733-25: v. Dirk cornelisz de Oude 3 kop
1734-40: + EN KINDEREN Situatie: 1 Spt 3 kop 1/8
1769-33: op Dirk Meeuwis Kooij 1 Spt 3 kop 1/8
-
ONA-3730A007; 19-02-1717: Testament Ebbe Willemsz Koij/Kooij altans regerend schepen deses dorps mitsgaders Jannetje Claas egtelieden, verklaren testateurs hun 8 kinderen uijt den Huijwelijk geprocreert, met name Lammertje, Aaltje, Willem,
Claas, Lambert, Bijtje, Meeuwis en Claasien, die naast hun legitieme portie tevens elk f 500,- zullen erven, die reeds is uitgekeert bij hun huwelijk aan voorn. Lammertje, Aaltje en Willem. Alleen hun jongste soon Claas ontvangt f 300 meer.
Mochten zij komen te overlijden voor de meerderjarigheijt van hun soon Meeuwis wonende tot Amsterdam bij een Barbier om aldaar het selve ambagt te Leeren, hij tot zijn 25 in staat gesteld zal worden om dit ambagt na behoren te kunnen exerceren.
Gepasseert tot Huijsen in presentie van Gerrit Hendricksen Boom en Claas Jacobsz Jongerden
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 20-04-1721: Meeuwis Ebben Kooi j.m. met Gerritje Dirks j.d. beide van Huijsen
-
Huizen-DTB-12-Impost op Trouwen; 322-04-1721: Meeuwis Ebbe Kooij met Gerretjen Dirksz: Pro Deo
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 25-03-1723: äangenomen op Belijdenis: Gerritje Dirks (huijsvr. van Meeuwis Ebben Kooij)
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 13-04-1724: aangnomen op Belijdenis: Meeuwes Eb: Kooi
-
ORA-184-3177; 30-06-1724: Akte van bewijs. Compareerden voor schepenen des dorps huijsen Joost (Evertsz) Vree ter eenre, en Harmen Tijmensz en Meeuwis Koij voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Claasje Lubberts geprocre-eert bij de
voorn. Joost Vree ter andere sijde. Aan de kinderen f 150. Uijt eigen goederen aan Annetje Joosten vermits haar gebrekkelijkheijt f 50. en opvoeding
-
ORA-184-3178; 03-10-1727: tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Claasje Cornelis, verwekt bij Jan de Kapper en Hendrik Wit gestelt Meeuwis Ebbe Koij en Marten Jansz Bout
-
ORA-184-3178; 29-04-1729: Tot voogden over de nagelaten kinderen van Jan Sijbrandz verwekt bij Willempje Jaspers werden gestelt de schout Hendrik van Weerland en Meeuwis Koij
-
ONA-3731A009; 17-05-1730: Jannetje Claas weduwe en boedelhoudster van wijlen Ebbe Koij met ende benevens haar zonen Lambert Koij en Claas Ebbe Koij de Jonge wonende binnen Huijsen, ter voorkoming van problemen na haar overlijden, tussen haar
kinderen en erfgenamen, zijn overeengekomen:
Eerstelijk haar zoon Lambert Koij die bewarende seecker huijs enz
Haar jongste soon Claas Ebbe Koij de Jonge, na reparatie, het huijs binnen Huijsen dat Jannetje Claas thans zelf bewoont. Na overlijden van zijn moeder brengt hij in de gemene boedel een bedrag in van f 850,- . Er zijn nog meer kinderen
(broeders en susters) en kindskinderen
Alle 't welke ook mede aan Willem (Ebbe) Koij en Lambert Ebbe Koij in qualt als voogden over de kinderen van Aaltje Ebbe Koij, verwekt bij IJsak Willemsz Spilt, mitsgaders aan Ebbe Dircksz als getrouwt hebbende Lambertje (Ebbe) Koij, aan Willem
(Ebbe) Koij, en Claas (Ebbe) Koij alsmede aan Jan Pietersz Boor getrouwt sijnde met Bijtje (Ebbe) Koij, en laastelijk aan Meeuwis (Ebbe) Koij, die alle hier mede compareerden. Gepasseert ten huijse van Jannetje Claas in presentie van Lambert
Willemsz Kaijer en Pieter Cornelisz Koeman
-
Huizen-DTB-20-Begraven; 22-06-1731: Gerritje Dirxs huijsvr. van Meuwes Kooij
-
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 29-06-1731: wegens Gerritje Dirks: f 3,-
-
ORA-184-3178; 28-05-1733: Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Gerritje Dirks egtelijk verwekt bij Meeuwis Koij soo wel aangaande de moederlijke goederen als die deselve kinderen hebben ge-erft van haar grootmoeder maternel
(waarschijnlijk Jannetje Claas in leven weduwe van Ebbe Koij; zie boven), gestelt Cornelis Dirksz en Jacob Glijn
-
ONA-4-3732A070; 31-07-1733: Willem Koij / Cooij getrouwd met Hilletje Dircks (1/5), item Cornelis Dircksz(1/5), nog Pieter Melsz Boor getrouwd met Wijgertje Dircks (1/5), Willem Dircksz (1/5) (wordt in begin van de akte niet genoemt) wijders
Meeuwis Koij (/ van 1/5) getrouwd gehad hebbende Gerritje Dircks, en laastelijk de voorn. Cornelis Dircksz mitsgaders Jacob Jacobs Glijn beijde in de qualiteit van voogden gesteld over de twee (2) minderjarige nagelaten kinderen (samen / van
1/5) van wijlen Gerritje Dircks in huwelijk verwekt bij Meeuwis Koij / Cooij, alle te samen de eenige kinderen, kindskinderen en universele erfgenamen van Dirck Cornelisz en Claasje Pieters in leven egtelieden beijde overleden tot Huijsen, te
kennen gevende dat hun ouders zonder testament zijn overleden; volgt een door de notaris opgestelde inventaris van de nalatenschap, o.a.
- een obligatie ten behoeve van voorn. Claasje Pieters ten laste van Willem Dirksz groot f 900
- een obligartie te laste van Claas Koij van 01-02-1723 groot f 500,-
- een obligatie ten laste van Cornelis Dircksz groot f 600,- - enz. en veel land
gevolgd door verdeling van de 5 porties, ter waarde van ca. f 940,-/portie plus nog deel van de inboedel
Gepasseert ten huize van Pieter Melsz Boor, in presentie van Jan Vergoes en Cornelis Wijgertsz Bakker als getuigen
-
ORA-184-3178; 08-06-1736: Tot voogden over Ebbe Koij en Dirk Koij beijde minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Gerritje Dircks in huijwelijk verwekt bij Meeuwis (Ebben) Koij, gestelt Cornelis Dircksz en Jacob Jacobsz Glijn
-
ONA-3733A066; 11-06-1736: Huw.v.w. Meeuwis (Ebben) Kooij, meester Chirurgijn, Bruijdegom ter eenre en Anna Bouwman Bruijd ter andere sijde, beijde woonagtig tot Huijsen
-
Huizen-DTB-13-Impost op Trouwen: 01-06-1736: Meeuwis Koij met Johanna Bouman ider 3 Gl comt f 6,-
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 17-06-1736: Meuwes Kooij; wede. van Gerritje Dirks de Oude, en Johanna Bouman j.d. van Renswoude, dog is zedert ruijm 5 jaren hier woonagtig
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 30-01-1737: op Belijdenis: Anna Bouwmans, huijsvr. van Meeuwes Kooij
-
ORA-184-3178; 05-12-1738: tot voogden over de 2 minderjarige nagelaten kinderen van Wijmpje Lamberts (Lustig) egtelijk verwekt door Cornelis Cornelis Hoen, werden gestelt Meeuwis Koij en Claas Hoen
-
ORA-184-3201A050; 16-09-1740: Wijgert Schaep, Jan Schaep, Lambert Schaep, Gijsbert Schaep, Willem Schaep, Huijbert Gerritsz als in huijwelijk hebbende Belitje Schaep, soo voor haar selve en nog de rato caverende voor Lijsbet Schaep alle
kinderen en erfgenamen van wijlen Pieter (Jansz) Schaep, hebben vercogt een aan Meeuwis Koij voor f 230 een huijs en erve
-
ORA-184-3179; 30-03-1753: Tot voogden over 't kind van Maria Kreuning/Kruijning, de personen van Meeuwis Kooij en Tijmen Claasz de Weert
-
ORA-184-3179; 08-02-1754: Tot voogden over Lambert en Aaltje Evertsz Ruijn, kinderen van wijlen Geertje Claasz en Evert Lambertsz Ruijn, gestelt Meeuwis Ebbe Kooij en Goossen Gerritsz Net
-
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 06-06-1759:Meeuwis Kooij: f 6,-
,
tr. (1)
met Gerritien Dircks Oude de.

Uit dit huwelijk:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jannetje*1738 Huijsen    
Petrus*1749 Huijsen †1816 Huizen; Grafnr. 91 6611 

tr. (2) op 29-08-1762 te Huijzen; Impost 13-08-1762: 2x f 3,- =f 6,-
met

Jan Jansz Boer, zn. van Jan Willemsz Boer en Jannetien Jans Doorn,
geb. op 20-06-1704 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 20-06-1704,
ovl. op 27-08-1778 te Huijzen,
begr. op 27-08-1778 te Huijzen; Impost: f 3,-; Grafnr. 8,
, -
JAN JANSZ BOER
Huizen Koptienden (1738-34 1778-31):
1738-34: v. Jan Willemsz Boer 11 Spt 3/8
- v. Ate Sipkes Aatsma 2 kop 1/4
- v. Gerbert Cornelisz Bouman 1 Spt 1 kop 1/4
- op Isaak Willemsz Spilt 1 kop
- op Gerrit Jacobsz Snijder 1 kop
- Situatie: 12 Spt 1 kop 7/8
1739-34: na op en aftekening ER STAAT 12 Spt 2 kop 1/8
1742-34: v. Lambert Lambertsz El: Prins 2 kop 1/4
- Situatie: 12 Spt 4 kop 3/8
- Verkregen van onbekende 2 Spt 2 kop 1/4
1746-34: Situatie: 14 Spt 6 kop 5/8
- Op- en aftekening 5 kop 3/4
1747-34: Situatie: 15 Spt 4 kop 3/8
- Optekening 5 kop 3/8
1749-34: Situatie: 16 Spt 1 kop 3/4
1750-34: Situatie: 16 Spt 3 kop 1/4
1751-34: v. Gijsbert Pieter Jan Niessen 6 kop 1/2
- Situatie: 17 Spt 1 kop 3/4
1754-30: op Pieter Melsen Boor 2 kop
- Situatie: 16 Spt 7 kop 3/4
1759-30: v. Matthijs Tiedeman 4 kop 1/2
- Situatie: 17 Spt 4 kop 1/4
1769-30: op Cornelis Mewisze Vos 2 kop
t/m 1775-31: Situatie: 17 Spt 2 kop 1/4
1778-31: Erf op Lambert Willemsz Vos 11 Spt 3 cop 1/4
- op Gijsbert Jansz Brasser 1 Spt 2 kop 1/4
- op Willem Willem Tewisz 5 kop 1/2
- op Hendrik Lambertsz Lustig 7 kop 1/4
- op Petrus Meeuwis Kooij 1 Spt 6 cop 1/8
- op Gerrit Ploos van Amstel 1 Spt 1 kop 7/8
-
Huizen-DTB-13-Impost op Trouwen; 19-04-1726: Jan Jansz Boer met Lambertje Rutte Timmer van ider ontf 3 Gl comt f 6,-
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 20-04-1726: Ondertrouw; 05-05-1726: Getrouwd Jan Jansz Boer j.m. en Lammertje Rutten Timmer j.d. beide van Huijsen
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 26-04-1731: op belijdenis des geloofs: Lammertje Ruthen Timmer (huijsvr. van Jan Janzen Bour)
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 01-05-1732: aangenomen op Belijdenis: Jan Janszen Bour
-
Huizen-DTB-2A-Dopen; 27-10-1743: Rut; vader: Jan Willemssen Jan, moeder: Lambertje Rutten
-
ORA-184-3179; 31-01-1744: Tot voogden over het minderjarige kind van wijlen Jan Elbertsz Vos egtelijk verwekt bij Barbara Gerrits van Middelduin gestelt Tijmen Jacobsz en Jan Jansz Boer / Baer
-
ORA-184-3219; 10-04-1744: Akte van bewijs. Tijmen Rutten Timmer weduwenaar van wijlen Aefje Cornelis, die nagelaten heeft 3 minderjarige kinderen, genaamt Aaltje (de oudste), Jannetje, en Geertje (Tijmens) Timmer ter eenre en Lambert Koij en
Jan Jansz Boer als voogden over gemelde kinderen ter andere sijde, zijn overeengekomen: f 125/kind, enige sieraden en opvoeding
-
ORA-184-3201A320; 10-02-1747: Compareerden eerstelijk Jan Rutten Timmer en Tijmen Rutten Timmer mitsgaders Jan Jansz Boer in huijwelijk hebbende Lambertje Rutten Timmer en Jan Gijsbertsz Brasser getrouwt met Gerritje Rutten Timmer alle te
samen voor 9/10 portie erfgenamen van Rut Jansz Timmer en eijndelijk Pieter Melz Boor en Jacob Glijn als gestelde curators over de persoon van Marritje Rutten Timmer dewelke voor het overige 1/10 part erfgenaam is va haar vader de voorn Rut
Jansz Timmer, verklaarden gesamentlijk vercogt te hebben aan Jan Pietersz Schram 17 1/4 voet maatland gelegen Huijsermaat gemeen met Pieter Boor, belent Lambert en Ebbe Spilt ten suijden en de wed. Jacob Killewig ten Noorden voor f 200:5:
-
ORA-184-3179; 15-01-1756: Tot voogden over Cornelis, Gerritje, Willem en Jacob Lambertsz Smit kinderen van wijlen Lambert Jacobsz Smit en Lambertje Willemsz Vlaanderen, gesteld Harmen Wijgertsz Schaap, Jan Jansz Boer en Geurt Lambertsz Geurt
-
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 16-10-1761: Lambertje Rutten Timmer: f 3,-
-
Huizen-DTB-7-Grafboek; 16-10-1761: Lambertje Rutten/Rutthen Timmenr huijsvrouw vanJan Jansz Boer; f 3,-; Grafnr. 8
-
Huizen-DTB-13-Impost op Trouwen; 13-08-1762: Jan Jansz Boer met Anna Bouwman: ider f 3,-: f 6,-
-
Huizen-DTB-3B-Trouwen; 29-08-1762: Jan Jansz Boer Wed. van Lammertje Rutten Timmer van Huijzen, met Anna Bouwman wed. van Meeuwis Kooij, ook woonagtig te Huijzen
-
ORA-184-3180; 02-01-1767: Dirk (Cornelisz) Rebel als voor de / meede Erfgenaam over de handt van de door zijne Grootmoeder Maternel wijlen Geertje Gerrits Doorn in der tijd weduwe Jan Jaep Wijgertsz bij Testament dd 29-08-1698 gepasseert voor
Nots Joan Bosch te Naarden, aen nu meede wijlen Marritje Rutten (Timmer) met de last van fidei commis nagelaten goederen, mitsgaders nogh als voor de / meede erfgenaem over de hand van de door zijne overleeden oom Wijgert Jansz Doorn bij
Testament dd 03-06-1739 voor Nots Hendrik Thierens binnen Huijsen gepasseerd aen voornoemde wijlen Marritje Rutten, CONTRA
- Dirk Boor en Jacob Glijn geweest zijnde Curators over de persoon van voorn. wijlen Marritje Rutten en Jan Jansz Boer als voor de wederhelft (/) meede Erfgenaem van de goederen van wijlen Marritje Rutten, mitsgaders Jan Gijsbertsz Brasser
gehuwd met Gerritje Rutten Timmer en Jan Rutten Timmer zijnde (Gerritje en Jan) de halve suster en broeder van 's vaders zijde van voornoemde Marritje Rutten,
- Lambert Willemsz Vos gehuwd met Geertje Jans Boer, voorts Jan Jansz Boer en Gerbert Bouman als voogden over Aeltje Jans Boer, zijnde (Geertje en Aaltje) de nagelaten kinderen van wijlen Lammertje Rutten Timmer in egt verwekt aen voorn: Jan
Jansz Boer, Pieter Isacsz Vlug gehuwd met Aeltje Tijmens Timmer, Lammert Koog en Jan Jansz Boer als voogden over Geertje Tijmensz Timmer zijnde (Aeltje en Geertje) kinderen kinderen van wijlen Tijmen Rutten Timmer in huwelijk verwekt aan wijlen
Aefje Cornelis en zijnde meede erfgenamen van haar overleeden halve suster van 's vaders zijde de na te meldene Tijmentje Tijmens Timmer, en
- Laestelijk Diaconen van de Gereformeerde gemeente te Huijsen, mitsgaders nogh de Armmeesteren van den zelve dorpe, als alimenterende Nelletje, Rutje, Grietje, Hendrik, Neeltje en Rut Tijmensz Timmer zijnde de nagelaaten kinderen van voorn.
wijlen Tijmen Rutten Timmer in huwelijk verwekt bij Gijsbertje Hendriks, welke kinderen ab intestato mede erfgenamen zijn van haere overleeden suster Tijmentje Tijmens Timmer en nog als alimenterende voornoemde Gijsbertje Hendriks, als met en
benevens voorn. haare kinderen, en gedagte Aaltje Tijmens Schipper Timmer en GeertjeTijmens Timmer meede erfgenaem ab intestato van derselve overleden doghter Tijmetje Tijmens Timmer, welke voornoemde Lambertje Rutten Timmer en Tijmen Rutten
Timmer in der tijd neevens Jan Rutten Timmer en Gerritje Rutten Timmer zijn geweest de halve suster en broeders van vaders zijde van Marritje Rutten; en zijnde dus voornoemde Gerritje Rutten Timmer, Jan Rutten Timmer, Geertje Jansen Boer,
Aeltje Jansen Boer, Aeltje Tijmens Timmer, Geertje Tijmensen Timmer, Nelletje, Rutje, Grietje, Hendrik, Neeltje en Rut Tijmensz Timmer en voornoemde Gijsbertje Hendriks tot de onbelaste goederen van voornoemde Marritje Rutten geregtigd.
Genoemde Marritje Rutten nagelaten doghter van Claesje Jans (Doorn)
,
tr. (1)
met Lambertien Rutthen Timmer